Terug

Duizendpoot aan het woord

Onze Roebyem verklapt de geheimen van een ‘duizendpoot’ in het FD Persoonlijk.

Door: Lara Aerts

Je hebt van die mensen waarvan je je afvraagt of ze een paar klonen hebben rondlopen. Ze hebben een zware baan en meer nevenactiviteiten dan vingers en tenen. Waarom doen ze zoveel, en hoe organiseren ze dat? Roebyem Anders (47) is medeoprichter en vicepresident Global Brand bij Sungevity en bestuurslid van Stichting Schooldakrevolutie. In haar vrije tijd geeft ze lezingen en gastcolleges, ze schrijft opinieverhalen en is lid van Social Enterprise NL. Ze is getrouwd en heeft twee kinderen.

Ik stond net in de rij voor koffie en merkte dat ik mijn iPhone op tafel had laten liggen. Shit! Ik had nog een paar minuten naar The Economist kunnen luisteren. Tijdens werkblokken is mijn tijd heilig. Liefst doe ik een paar dingen tegelijk. Zoals werken en fietsen, aan mijn bureau met fietsstoel. Of wandelen en vergaderen.’

Een willekeurige dag van Anders:

8:45-9:30 Koffie met Willemijn Verloop van Social Enterprise NL.

9:30-10:00 Fietsen naar kantoor.

10.00-11.00 Training geven aan negen nieuwe ‘solar warriors’.

11:00-11:30 E-mails behandelen.

11.30-12.30 Brainstorm met Peer de Rijk van Wise.

12:30-13:30 Bellen met Maurits Groen van WakaWaka over opinieartikel.

13.30-14.00 Met Car2Go naar BNR-studio.

14:00-15.00 Koffie met Hans Cornuit, voorzitter brancheorganisatie Z.O.N.

15.00-15.30 Voorbespreking Fleur Bakker van Refugee Company voor BNR-interview.

15.30-16.00 In de BNR Duurzaam-radio-uitzending.

16:30-17:00 Wekelijks managementteamoverleg.

17.00-17.30 E-mails en begeleiding nieuwe communicatiemedewerker Schooldakrevolutie.

17.30-18.00 Op de fiets naar huis

18:30- 20.00 Dagelijks ritueel. Kinderen naar bed.

20.00-21.00 Overleg met brandmanager Jess Sloan van Amerikaanse hoofdkantoor.

21.00-22.00 Wekelijks brandteamoverleg.

22.00-23.00 In bed Netflix-serie Narcos kijken met Adam.

‘Het is mijn missie die me vooruitjaagt: zonnepanelen op álle daken. Niet alleen van huizen maar ook van bedrijven en overheidsgebouwen. Ik móét dit doen, omdat ik me rot erger. Dan rij ik langs een industrieterrein en denk ik: hoe is het mogelijk? Terwijl we in Nederland twee nieuwe kolencentrales openen! En al die scholen met lege daken. Leg je daar panelen op, dan maak je meteen de kinderen bewust. De opwarming van de aarde vind ik doodeng. Ik noem het niet eens meer klimaatverandering – dat klinkt veel te geleidelijk – maar klimaatontwrichting. Tegelijk ben ik positief: er zíjn oplossingen, maar die moeten wel aan de man worden gebracht.’

‘Ik benut elke invalshoek, elk lijntje, ben altijd op de uitkijk voor kruisbestuiving. Een idee roept direct drie andere ideeën op, en ik wil ze allemaal uitvoeren. Zo werken Syrische vluchtelingen als zonnepaneleninstallateur, heb ik dove mensen in dienst die zonnesystemen ontwerpen en staan mijn kinderen te flyeren op evenementen. Op 26 oktober was ik in Rotterdam, op de Nationale klimaattop, net voor de wereldpremière van de klimaatfilm Before the Flood, van Leonardo di Caprio. Via mijn netwerk regelde ik een screening tijdens de top, zodat beleidsmakers, politici en bedrijven die nog om moeten ’m zouden zien. Ik nodigde via connecties Lodewijk Asscher uit voor een nabespreking, hij had zich nog nooit uitgelaten over het klimaat. Ik probeer momentum te krijgen voor de klimaatzaak.’

‘Alles wat ik doe vind ik zó belangrijk. Daarom heb ik die licht neurotische multitaskregels voor mezelf. Echt denkwerk doe ik ’s avonds laat, als ik niet gestoord word. Ik kan zulke lange dagen maken doordat ik alle huishoudelijke zaken uitbesteed. Zo heb ik een uur of twaalf per week een “personal assistant”. Als zij komt, sla ik ’s ochtends het kookboek op een bepaalde pagina open en dan staat dat gerecht ’s avonds op tafel. Zij zet ook verse bloemen neer, regelt zaken als verjaardagstraktaties en koopt kraamcadeautjes als er een baby geboren is.’

‘Zo efficiënt werken zorgt er ook voor dat ik elke dag thuis ben voor het eten. Dan check ik geen telefoon en ben ik met mijn kinderen van 10 en 12. We gaan in bad en ik lees ze een uur voor uit boeken van vroeger, van Jan Terlouw en Thea Beckman. Drie vliegen in één klap: we zijn schoon, hebben gelezen en zijn ontspannen. Als ze in bed liggen ga ik weer aan het werk. Mijn man Adam vindt het prima, hij werkt zelf ook hard. We zijn nooit tegelijk op reis en in het weekend hebben we tijd voor elkaar. We maken wandelingen met de kinderen, spelen bordspellen en kijken films. Zappen voor de tv doen we nooit, en we hebben geen elektronische spellen in huis.’

‘Ondanks de structuur laat ik weleens steken vallen. Zo vergat ik dat de tandenfee langs zou komen toen mijn zoons eerste melktand eruit was. Huilen! Een paar weken later hoorde ik ’s nacht gestommel: mijn dochter op weg naar mijn portemonnee om een euro te pakken, want ze wist dat ik het weer zou vergeten. O, en het allerergste: ik ben eens een klasgenootje dat bij ons zou spelen vergeten op het schoolplein. De moeder boos, conciërge aan de telefoon. Dan weet ik dat ik te veel op mijn bord heb. Toch kan ik niet anders dan ik doe. Onze kinderen zullen later zeggen: jullie wisten hoe erg het was. En wat deden jullie? Kolen stoken, autorijden, vlees eten! Ik wil later kunnen zeggen: ik heb gedaan wat ik kon. Ik heb mijn verantwoordelijkheid genomen. Elke minuut van de dag.’